Valbeveiliging

Algemeen

Bij werken op hoogte moeten er maatregelen worden genomen om valgevaar te voorkomen. Als het niet mogelijk is valgevaar te voorkomen door maatregelen aan de bron of door collectieve maatregelen (bijvoorbeeld leuningen), dan moet persoonlijke valbeveiliging worden gedragen. 

Valbeveiliging bestaat uit een harnasgordel in combinatie met een vanglijn en een valdemper. De harnasgordel wordt bevestigd aan een geschikt vast punt of een horizontaal gespannen veiligheidslijn (latch way) door middel van een vanglijn met een musketon- of andere haak. De vanglijn is een oprollijn of een zogenaamde Y-lijn. Gebruikers van persoonlijke valbeveiliging dienen een gebruikersinstructie te hebben gehad.

Harnasgordel

Bij een harnasgordel in combinatie met een vanglijn en valdemper wordt de klap opgevangen door het hele lichaam. Na een val moet het harnas worden vernietigd.

Per harnasgordel kunnen er twee parkeerogen worden aangebracht voor het ophangen van de 2e haak. Het voordeel hiervan is dat deze losschieten indien je ergens achter zou blijven haken.

Het bevestigen van twee relief steps, zogenaamde stasteunen, (links en rechts) aan de harnas wordt aanbevolen om zo het risico op beknelling tijdens het hangen in een harnas/gordel na een val te minimaliseren.

Harnasgordel Parkeeroog

Vanglijnen

De vanglijn aan de gordel mag niet langer zijn dan 2,0 meter. Om de val(energie) op te vangen, zijn gordels met valdempers verplicht. Er dient altijd een tweede lijn gedragen te worden zodat men elkaar veilig kan passeren.

Het heeft de voorkeur om bij werken op hoogte een oprollijn te gebruiken. Een oprollijn zorgt er namelijk voor dat je niet kunt vallen; de werking is identiek aan een autogordel. Indien een oprollijn wordt gedragen, is een lichte korte positioneringslijn als tweede lijn voldoende. Indien men geen oprollijn gebruikt, dan dient dit een zogenaamde Y-lijn te zijn.

Oprollijn Positioneringslijn Y-lijn