Algemeen
Op de werkplek kunnen diverse risico’s aanwezig zijn waartegen de luchtwegen beschermd moeten worden:
- Chemische risico’s in de vorm van gassen, dampen, stof, nevels, mist areosolen.
- Thermische gevaren zoals hete of koude luchtstromen.
- Verstikking door een tekort aan zuurstof in ruimte die gevuld zijn met stikstof.
- Besmettingsgevaar door biologische risico’s.
Adembeschermingsmiddelen dienen er voor te zorgen dat de lucht bij het inademen vrij is van schadelijke verontreiniging, waardoor werknemers geen gezondheidsrisico lopen. Onbeschermd inademen van gevaarlijke stoffen kan leiden tot tijdelijk, cq blijvend letsel of zelf tot de dood.
Naast acute risico’s beschermen de adembeschermingsmiddelen u tegen lange termijn risico’s.
Er zijn twee hoofdgroepen: van de omgevingslucht afhankelijke- en onafhankelijke beschermingsmiddelen.
- Bij onafhankelijke adembescherming wordt gebruik gemaakt van externe luchttoevoer. De ademlucht kan van buiten de werkplek via een slang naar de gebruiker worden aangevoerd of de ademlucht kan worden meegevoerd in een drukcilinder die de gebruiker bij zich draagt.
- Bij afhankelijke adembeschermingsmiddelen wordt de omgevingslucht gefilterd via adembescherming in de vorm van een masker, helm of kap in combinatie met een filtersysteem voor gassen en dampen en/of stof tot een concentratie beneden de grenswaarde van de op de werkplek aanwezige luchtverontreiniging.
De toepassing van beschermingsmiddelen dient te worden bepaald aan de hand van de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E). In eerste instantie dient hierbij te worden bepaald of eventuele gevaren niet op een andere wijze kunnen worden voorkomen door het wegnemen van de “bron” of door technische/organisatorische maatregelen. Indien zulke maatregelen niet mogelijk zijn, dient ter voorkoming van gezondheidsschade adembescherming te worden toegepast. Bij de RI&E dient specifiek te worden vastgesteld of gezien de omstandigheden omgevingsluchtafhankelijke of -onafhankelijke adembescherming mag worden gebruikt.
Onafhankelijke adembescherming
Voor het gebruik van een ademluchttoestel is een medische keuring en opleiding vereist. Gebruiksdoel/bescherming bij1:
- Percentage zuurstof kleiner dan 18 of groter dan 21%;
- Stof/dampconcentraties boven 40 maal de grenswaarde en/of boven 1 vol.%;2
- Bij gassen vanaf de grenswaarde;
- Besloten ruimten;
- Stoffen waarvoor geen geschikte filterbus is, bijv. butaan, methylchloride, argon, aardgas.3
Afhankelijke adembescherming
Gebruiksdoel/bescherming bij:
- Percentage zuurstof tussen 18 en 21%;
- Niet vallend onder criteria onafhankelijke adembescherming
Er zijn maskers voor alleen stof/aerosolen en maskers voor gassen, dampen, nevel (vaak gecombineerd met stoffilter)
Stofmasker (snuitje, wegwerpmasker)
Gebruiksdoel/bescherming bij: (Fijn) stof, aerosol
P1: onschadelijke stof (grenswaarde 10 mg/m3 of meer)
P2: schadelijke stof (0,1 < grenswaarde < 10 mg/m3)
P3: giftige of CMR *4 stof (grenswaarde < 0,1 mg/m3)
Er worden door Uniper Benelux alleen P3-stofmaskers beschikbaar gesteld.
Binnen Uniper Benelux n.v. zijn de volgende typen P3-maskers beschikbaar:
- 3M type 8835
Half- of volgelaatsmasker met filterbus
Gebruiksdoel/bescherming bij: Gassen, dampen, nevel en stof ABEKx Px=combi van gas/damp en stof filter met klasse x=1,2,32
Binnen Uniper Benelux n.v. zijn de volgende type half- en volgelaatsmaskers beschikbaar:
- halfgelaatmasker 3M, type 4251
- halfgelaatmasker 3M, type 6100 S
- halfgelaatmasker 3M, type 6200 M
- halfgelaatmasker 3M, type 6300 L
- halfgelaatmasker 3M, type 9925 lasrook
- volgelaatmasker 3M, type 6800 S
- volgelaatmasker 3M, type 6900 M
Accessoires:
- maskerreiniger 3M, type 105
Filtertypen:
- A (bruin): koolwaterstoffen, kookpunt > 65 graden
- AX (bruin): koolwaterstoffen, kookpunt < 65 graden
- B (grijs): zure gassen zoals chloor
- E (geel): zwaveldioxide
- K (groen): ammonia
- P3: stof
Verder zijn er specifieke patronen voor:
- NOx (blauw): nitreuze damp
- CO (zwart) *5: koolmonoxide
- Hg (rood): kwikdamp
Binnen Uniper zijn de volgende filters beschikbaar:
- 3M A1-filter 6051
- 3M A1-filter 6000
- 3M P3-filter 8835
- 3M P3-filter 2135
Combinatie met oogbescherming
Indien zowel afhankelijke adembescherming als volledige gezichtsbescherming (bv bij zuurspatten) is vereist, is of een volgelaatsmasker of een gelaatscherm met kinnebak in combinatie met P3 filtermasker, mogelijk.
Gezichtsbeharing
Het dragen van gezichtsbeharing van enkele mm. of meer (baarden & snorren) zal het functioneren van een (volgelaats)masker zeer nadelig beïnvloeden t.g.v lekkage. Protectie factor niet gewaarborgd. Een v.d. Grintenkap met aanblaasunit is dan een geschikt alternatief.
Onderhoud maskers
Half/ volgelaatsmasker: Na ieder gebruik (!) masker reinigen met special reinigingsdoekjes en schoon opbergen in daarvoor bestemd tasje/zakje.
Uiterste gebruiksdatum (UGD) en gebruiksduur/ doorslag van de filters
Op de filter(verpakking) staat de uiterste gebruiksdatum (UGD) vermeld. Geen (nieuwe) filters gebruiken waarvan de UGD is overschreden.
De doorslagtijd van (wegwerp) P3 filtermaskers wordt bereikt als er in het masker een vorm van ademweerstand merkbaar is. Filter moet dan direct worden vervangen. Indien meerdere uren een wegwerp P3 filters moet worden gedragen, wordt geadviseerd om elke 2 uur of pauze het filter te vervangen.
Voor gas/damp filters is geen doorslagtijd te geven. Hangt grotendeels af van concentratie in de lucht. Zodra de geur van het gas/damp wordt geroken moet filter vervangen worden. Voor geurloze gassen is daarom afhankelijke adembescherming niet toegestaan. Een uitzondering vormt het vluchtmasker CO. Bij opgave van concentratie in de lucht en gebruiksduur kan aan de leverancier een schatting over de doorslagtijd worden gevraagd.
Half- en volgelaatsmaskers die dagelijks worden gebruikt, moeten minimaal halfjaarlijks worden vervangen.
Opslag en afvoer masker en filter
Maskers droog, koel, donker en stofvrij bewaren, bijvoorbeeld in schone gesloten plastic zak.
Wegwerp P3-maskers na eenmalig gebruik afvoeren als chemisch afval. Onder eenmalig gebruik wordt verstaan enkele seconden tot maximaal 8 uur of 1 werkdag.
Filters na doorslag afvoeren als chemisch afval. Let op houdbaarheidsdatum filter op de verpakking.
1 De maximale gebruiksduur van onafhankelijke adembescherming is maximaal 2 uur bij lichte arbeid tot een half uur bij zware arbeid, gevolgd door rusttijd van 20 minuten.
2 Hoe hoger de x, des te hoger de protectiefactor. Toegekende protectie (APF) van volgelaatsmasker = 40 keer grenswaarde en P3-masker (snuitje) = 20 keer de grenswaarde, zie tabel. Daarnaast zijn er gas/damp filters met 3 capaciteit klassen: klasse 1 (tot 0.1 vol% = 1000 ppm), klasse 2 (tot 0.5%= 5000 ppm), klasse 3 (tot 0.8 vol. % = 8000 ppm). De APF van het masker is leading!
3 Verdringings- en edelgassen die verstikkend werken en bij stoffen die zeer moeilijk door filter worden geabsorbeerd.
4 Voor CMR stof (Carcinogene, Mutagene of Reprotoxische stof) biedt een P3 volgelaatsmaker een twee keer zo hoge bescherming (APF) als een P3-masker, zie onderstaande tabel.
5 CO-filtermasker is alleen als vluchtmasker toegestaan bij nood. In alle andere gevallen: onafhankelijke adembescherming.
6 Het onttrekken van lucht t.b.v. adembescherming aan het instrumenten luchtnet is verboden.